Openbaring 2 : 1 – 7

Schriftlezingen: Efeziërs 3: 14-21Openbaring 2: 1-7

Broeder en zuster in Christus Jezus,Jezus spreekt! Openbaring 2 en 32 zijn een énige gelegenheid om brieven van Jezus zelf te lezen.Stel dat er morgen een brief van de koning in uw brievenbus valt. Heel verwonderd zou u hem lezen en herlezen, en als dat daarin aanbevolen is, dan zou u hem kopiëren en doorsturen.Wat betreft die zeven brieven uit Openbaring, welnu, u stelt vast dat die brieven van één Iemand komen: Jezus Christus. Leest opmerkelijk de aanzet van het Bijbelboek; er staat: ‘Openbaring van Jezus Christus, welke God Hem gegeven heeft om zijn dienstknechten te tonen hetgeen weldra geschieden moet, en welke Hij door de zending van zijn engel aan zijn dienstknecht Johannes heeft te kennen gegeven.’Het is toch wel ontzagwekkend, als wij beseffen hoe persoonlijk Jezus in deze brieven spreekt.Jezus richt zich uiteraard tot de genoemde gemeentes.Jezus richt zich tot Zijn kerk als geheel.Jezus richt zich tot plaatselijke groepen van Zijn gemeente.Jezus richt zich, en laat ons van dat besef doordrongen zijn, tot u en mij persoonlijk.Opvallend is dat elke brief aan elke gemeente een bepaalde geestelijke conditie te kennen geeft.- Daar staan heel lovende dingen in.- Daar staan heel pijnlijke dingen in.- Daar staan bemoedigingen en beloften in.- En bijna telkens zegt Jezus: ‘Ik weet …’, ‘uw werken…’, ‘uw liefde …’, ‘uw verdrukking’, … ‘uw volharding’… Maar Jezus zegt ook: ‘Ik heb tegen u…’De brieven zijn echter heel aangenaam om te lezen, en om ze naast de evangeliën te houden: zelfde taal, zelfde instelling, zelfde persoon.Samen met de evangeliën zijn ze heel kostelijk; het zijn parels; ze drukken het gevoelen van Christus uit, zowel toen Hij in de dagen van Zijn mens-zijn op aarde wandelde, en met mensenkinderen omging, als ook nu, nu Hij aan de rechterhand van de Vader zit. Hij is dezelfde, nu Hij het uitspansel en de hemelen regeert, als toen Hij zijn toehoorders zegende met de woorden:‘Zalig de armen van geest, want hunner is het koninkrijk der hemelen… …Zalig die hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigdworden…’ De zaligsprekingen, Mattheüs 5.Vandaag hebben wij in Openbaring de brief aan Efeze gelezen. Efeze is de plaats waar Paulus drie jaren verbleven heeft, en waar hij onder meer afscheid nam van Timotheüs. In deze brief, net als in de andere brieven van Openbaring, stelt Jezus zich specifiek voor: ‘Dit zegt Hij die de zeven sterren in zijn rechterhand houdt, die tussen de zeven gouden kandelaren wandelt: …’‘Zeven sterren’, zeven: het getal van de ‘volheid’.En volgens geleerden zou een ‘ster’ een energie-entiteit zijn… Zouden wij de sterren hier mogen zien als ‘dienaren Gods’?De sterren die Hij in Zijn rechterhand houdt, zijn Zijn dienaren. De rechterhand beschikt over kracht, en zo geeft een dienaar alleen de juiste energie, als hij ‘in de hand’ van Christus is. En denk nu maar even aan de ster van Bethlehem, toen Jezus geboren was. Was die ster geen begeleider? Was die ster niet verschenen uit de macht van de Zoon van God.En als dan het licht van de dageraad er aan komt, dan vermindert het belang van de het licht van de ster.En zo gaan vele sterren uit om mensenkinderen tot het hoofdlicht te leiden.Jezus zendt uit, midden al het verschrikkelijke dat op aarde gebeurt. En Hij geeft raad: ‘weest voorzichtig als slangen…’, ‘wees argeloos als duiven…’ Jezus belooft: ‘Ik ben met u tot aan de voleinding der wereld’.U ziet, beste gemeente, hoe belangrijk die sterren, die machten, hoe belangrijk u zijt in die kring van de liefde van God. God wil u nimmer nog verliezen. God zal u nimmer nog verliezen.Efeze wordt geprezen. Jezus zegt: ‘Ik weet uw werken’. Maar: zou ons dat niet doen vrezen en beven? … Als wij weten dat het oog van Christus op ons is?Laat ons samen gaan met Christus:Als Jezus nu tot ons zou zeggen: ‘Ik weet dat veel zondigheid van u uitgaat’, dan zouden wij zeggen: ‘Jan Heer, onze zonde is veelvuldig, groot en zwaar. Maar Gij hebt uzelf ontledigd, opdat wij vrij zouden gaan, ik weet van Uw lijden…’Als Jezus tot ons zegt: ‘Ik weet uw behoeften’, dan zouden wij antwoorden: ‘Ik weet uw volheid.’Wanneer Hij tot ons zegt: ‘Ik weet dat u weinig kracht hebt’, dan kunnen wij antwoorden: ‘Ik weet dat U alle kracht hebt, U zijt de Almachtige.’Wanneer Hij tot ons zegt: ‘Ik weet uw dwaasheid’, wij tot Hem zouden zeggen: ‘Ik weet Uw wijsheid, ik weet dat U schatten van wijsheid hebt en van kennis’.En wanneer Hij tot ons zegt: ‘Ik weet wat voor duisternis er in u is, wij tot Hem mogen antwoorden: ‘Heer, wij hebben Uw licht van node.’U zult begrijpen, gemeente, ‘Ik weet uw zonde, uw dwaasheid, uw onmacht…’, dat de Heer deze dingen NIET WIL ZIEN! Met liefde overdekt Hij het. Voor Hem bent u belangrijk ALS HEBBENDE ZIJN ZOONSCHAP! Voor Hem is het belangrijk dat u bij HEM gaat vluchten als uw zondenlast u te zwaar wordt! Jezus heeft de strijd gestreden, Hij is overwinnaar!Wat zegt David in Psalm 139: 1-4? (David had nogal wat bloed aan zijn vingers) ‘Daarom, hoe kostelijk zijn mij, o God, Uw gedachten, hoe machtig veel haar sommen! Doorgrond mij, O God, en ken mijn gedachten. En zie of bij mij een schandelijke weg zij, en leid mij op de eeuwige weg.’Het grote thema van deze brief – Openbaring van de verhoogde Christus is tweeërlei: Dienst en Liefde.Zeer prijzend zijn de woorden van Jezus als Hij het over de ‘dienst’ in de gemeente Efeze heeft: hun inspanning en hun volharding worden genoemd en geprezen. En ook: ‘dat zij de kwaden niet kunnen verdragen…’. En in het vervolg van de Bijbelvers zien wij dat Jezus precies weet welke gevaren en welke de tegenkrachten zijn die de gemeente zouden ondermijnen. Zou Jezus dat in de huidige ook, misschien, kleine gemeentes, ‘kleine kuddekens’ misschien, niet meer weten? … veronachtzamen of zo? … Helemaal niet! ‘Hij is dezelfde nu’.Jezus prijst de mensen die ageren, en die de moed hebben om verkeerd werkende krachten bloot te leggen, en eruit te halen.Onomwonden noemt Jezus de schijnapostelen ‘leugenaars’. Daarentegen, ‘volharding, verdraagzaamheid omwille van de Naam van Jezus, onvermoeibaar in de dienst, worden geprezen, maar ook hun ‘compromisloosheid’ als het gaat over de werken van de Nicolaïeten. De Nicolaïeten waren Christenen, weliswaar bekeerd, en horende bij de gemeenschap van Christus, maar die de zonde van lichaam en geest probeerden goed te praten.De oudsten van de gemeenste, en elk die in waarheid bij de gemeente betrokken was, wees deze leer met beslistheid af.Laat ons, broeder en zuster, die twee grondbegrippen voor het navolgen van Jezus eens duidelijk voor ogen hebben.Met betrekking tot de gemeente te Efeze zijn deze begrippen: dienstbaarheid en liefde.Als Jezus over ‘liefde’ begint te spreken, dan lijkt dat een heel ander par mouwen te zijn.‘Maar Ik heb tegen u, dat gij uw eerste liefde verzaakt hebt. Gedenk dan van welke hoogte u gevallen zijt en bekeer u en doe (weder) uw eerste werken.’Hier worden wij toch even stil:Zo prijzend en mild als Jezus sprak, zo onwrikbaar en streng spreekt Hij tot de Efeziërs als Hij over ‘liefde’ spreekt.Vanwaar zo’n strengheid? De werken, die zijn toch goed? Over wat heeft Jezus het precies?Liefde is ‘geven’.Liefde is ‘zichzelf geven.’Liefde is: het niet kunnen hebben dat iemand tekorten lijdt, haast niet kunnen wachten om die noodtoestand te verhelpen…De liefde gaat als een rode draad door de hele Bijbel heen, want God is liefde.Lees alsjeblief het epos, het hooglied van de liefde, Paulus in de eerste Korinthebrief: ‘Als ware het dat ik profetische gaven had, en alle geheimenissen en alles wat te weten is, wist, en al het geloof had, zodat ik bergen verzette, maar had ik de liefde niet, ik ware niets.’Liefde: hoe zwaar tilt Jezus daaraan, dat men in Efeze daarin te kort geschoten is: ‘Gedenk dan van welke hoogte gij gevallen zijt en bekeer u en doe (weder) uw eerste werken’.Een motor, goed van makelij, goed ‘afgesteld’, heeft brandstof nodig om ‘zijn werk te doen’, zeg maar. Maar als die brandstoftoevoer plotseling ophoudt, dan zal de motor beginnen stotteren en uiteindelijk stilvallen. De beweging die het voertuig nog rest is zonder kracht en, onherroepelijk, na enkele tientallen meters komt het tot stilstand, hoe goed de constructie van die motor ook is…Mijn broeder en zuster, liefde is de ‘kracht’ in het bestaan van de gemeente.God zendt Zijn Heilige Geest uit. God is liefde. God waakt over Zijn kinderen, over hun werken, over hun vallen en opstaan. Vallen doet iedereen: in nalatigheid, in hoogmoed, in zonde…’Paulus onderwijst: ‘Indien iemand valt of zondigt: helpt hem terug op de rechte weg, spreek hem aan in liefde. En wees dankbaar, want God is liefde.Iets eigenaardig is dan dat wij lezen: ‘… en dat gij de kwaden niet kunt verdragen en dat gij hen op de proef hebt gesteld.’ Wie worden hier de ‘kwaden’ genoemd? Zouden dat niet degenen zijn die het ‘kwade’ als een soort norm of levensnorm hanteren in hun leven?In de handel die zij, beroepshalve misschien, drijven?In het bedrog dat zij pleegden? In de brief staat geschreven van mensen die zeggen dat zij ‘apostelen’ zijn, maar zij zijn het niet… en dat gij hen op de proef gesteld hebt’. Hier zegt Jezus onder meer: ‘U zijt lovenswaardig duidelijk geweest tegen hen’.‘Gij kunt de kwaden niet dragen’:Als iemand zegt een ‘ruimdenkend Christen’ te zijn, dan heb ik daar een beetje moeite mee. Ruimdenkend: dat kan in verband zijn met mildheid en begrip en vergevingsgezindheid, naar de ander toe, en dan is dat een goede zaak. Maar als iemand ‘ruimdenkend’ is om zichzelf, om voor zijn eigen onzuiverheden ‘ruimte’ te hebben, dan moeten wij even goed nadenken, in nuchterheid, en in liefde, waar wij mee bezig zijn.Denkt aan Lot. Toen zijn ‘rechtvaardige ziel’ besloot om in Sodom te gaan wonen (en waarom deed hij dat?) werd zijn rechtvaardige ingesteldheid dagelijks geweld aan gedaan door het onrecht dat in Sodom gebeurde.Lot moet heel ‘ruimdenkend’ geweest zijn om in Sodom te gaan wonen. Maar het onrecht en de onrechtmatige begeerte vermeerderden en vermenigvuldigden…, het verdere verloop van het verhaal is ons bekend…Gemeente, u wandelt in de genade van God, gebruikt dan dat begrip ‘ruimdenkend’ niet verkeerd. U zijt een koninklijk priesterdom, een verkregen volk. U zijt van een heel andere geboorte, want u zijt uit God geboren.U zijt op een heel andere reis, want u hebt een bestemming, U in liefde aangetoond.U hebt een andere rustplaats dan dat de wereld heeft, want u rust bij de bronnen van het zuiverste water.En ook uw stervensuur kan heel anders zijn, want de dood ‘vliegt aan splinters’ en u wordt opgenomen in het Vaderhuis: ‘Dood, waar is uw prikkel? Hel, waar is uw overwinning?’En zo, gemeente, kunnen wij ons ten allen tijde verblijden, want onze levensrichting is Gode-gestuurd.De laatste uitspraak van Jezus luidt als volgt: ‘Wie overwint, hem zal ik geven te eten van de boom des levens, die in het paradijs Gods is.’Die ‘boom des levens’ komen wij nog tweemaal tegen in de Bijbel: het boek Genesis zegt ons dat God ‘bomen uit de aardbodem deed opschieten, begeerlijk om te zien en goed om van te eten… en de boom des levens in het midden van de hof, benevens de boom der kennis van goed en kwaad’.Genesis 3: 22 vertelt ons dat Adam en Eva, nadat zij van de boom der kennis van goed en kwaad gegeten hadden, NIET van de boom des levens’ mochten eten.‘Toen zond de Here God hem weg uit de hof van Eden om de aardbodem te bewerken waaruit hij genomen was’.Wij worden stil en eerbiedig als wij uit de Bijbel een fractie opvangen van wat de Heer voor Zijn kinderen bereid heeft:‘De rivier van water des levens, helder als kristal’.‘Het geboomte des levens, dat twaalfmaal vrucht draagt, iedere maand zijn vrucht gevende, en waarvan de bladeren zijn tot genezing van de volken.’Gemeente, daar is werk aan de winkel.Het lied zegt: ‘Al de teek’nen onzer dagen zeggen mij: Zijn komst genaakt…’Weet dat niet “”n menselijk leven op aarde door God gecreëerd werd zonder bedoelingen, of om ‘weg te gooien’. God heeft met elk schepsel een bedoeling: met koningen en met groten van het volk, met kinderen die hongeren naar wat liefde, of kinderen die sterven van honger en ontbering, met mensenkinderen die zwaar onrecht over zich heen krijgen.Broeder en zuster, de vraag welke bij mij op komt is: ‘Waar ligt onze verantwoordelijkheid als Christen?’ Hebt liefde voor uw Heer, hebt liefde voor Zijn schepping. Bestormt de troon van de Heer met gebeden. Bidt om genade, want spoedig komt Uw Heer.
Amen